Meng de rijst met de plantaardige melk en vanille in een pannetje en breng zachtjes aan de kook.

Laat de rijst pruttelen tot er een plakkerige romige pap is ontstaan en alle rijst volledig zacht en gaar is. In de tussentijd kun je beginnen met de bodem.

Als de rijstepap bijna klaar is prak je twee rijpe bananen helemaal fijn en meng je deze door de rijstepap.

Meng in een apart kommetje de baking soda met appelazijn. Laat schuimen en roer goed door elkaar tot alle baking soda opgelost is.

Voeg het baking soda-appelazijnmengsel voorzichtig toe aan de rijstepap en roer goed door om te voorkomen dat het enorm gaat schuimen.

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Meng alle ingrediënten voor de bodem door elkaar en kneed tot een soepel deeg.

Bekleed een vlaaivorm of springvorm met het deeg. Verdeel het deeg evenwijdig over de bodem en maak opstaande randen aan de buitenkant.

Verdeel de rijstepap over de bodem en bak 30 minuten in de voorverwarmde oven. Laat afkoelen.

Snijd het fruit in stukjes.

Garneer de afgekoelde rijstevlaai met het fruit, kokosrasp en rozijnen.

Bewaar de rijstevlaai in de koelkast.

Bron/foto: Giulia, ook wel Renmeisje genoemd.